Photo Kina 2014
Deze week vindt in Keulen de twee jaarlijkse fotografiebeurs Photokina plaats. Met 9 enorme hallen tentoonstellingsruimte mag het zich met recht de grootste vakbeurs ter wereld noemen, op het gebied van fotografie. Ik bezocht de openingsdag van het Duitse evenement en beleefde een grandioze dag. Want behalve een uitstalling van zo’n beetje de volledige lijnen van alle denkbare foto producten die de wereld rijk is, was er ook volop aandacht voor fotogeniek entertainment. Zo waren er een roofvogel show, demonstraties Capoeira en Braziliaanse dansen, freeride BMX e.d.
Dit jaar was het hoofdthema: “actie sport”. Maar liefst één halve hal plus een buitenplaats waren gewijd aan “action cams”: mini- videocamera’s voor sporters. Deze konden door de liefhebbers in actie-omstandigheden worden uitgeprobeerd. Je kent het wel: kite surfen of skiën met een camera op je hoofd of borst, als dan niet op jezelf gericht. In de auto racesport zie je tegenwoordig ook steeds meer cameraatjes op de auto’s geplakt. Wie alleen het merk Go Pro Hero kent mist een wereld aan concurrerende merken. Ook Sony bijvoorbeeld heeft zich met diverse modellen op deze markt gestort, met een soort sigaar-model dat nogal afwijkt van de bekende vierkante kastjes in een doorzichtige waterdichte behuizing.
Maar ook de reguliere foto camera’s worden steeds meer geschikt gemaakt voor het vastleggen van actie. Waarbij het niet zozeer gaat om het dragen van een camera door de beoefenaar van de activiteit maar wel om het de fotograaf mogelijk te maken om de actie van sporters goed vast te leggen. Dat betekent: handzamere camera’s met bedieningsgemak en snelle autofocus en d e mogelijkheid om grote aantallen beelden per seconden op te nemen en snel weg te schrijven naar de geheugenkaart. Fotocamera’s zijn tegenwoordig bijna standaard voorzien van video mogelijkheden.
Ook de studioverlichtingsbranche is daarop ingespeeld. Dit jaar zien we dat vrijwel alle fabrikanten LED verlichting in hun assortiment hebben opgenomen. Deze minder intense en daardoor veel goedkoper lichtbronnen zijn geschikt voor video, niet voor foto studio’s.
Op zo’n enorme beurs moet je keuzes maken wat je wilt gaan zien. Zo kun je dagen vullen met bijvoorbeeld alleen studioverlichting, accessoires of statieven. Of het bekijken van alle prachtige foto kunst die tentoongesteld is. En ik overdrijf niet als ik schat dat je met elk van de volgende onderwerpen één dag zou kunnen vullen: opnamerobots, flitsers, printers of fotoboeken.
Ook leuk: één hal vol met Chineze standhouders, zelfs een Koreaanse, die dealers zoeken voor hun steeds geavanceerdere kopieën van fotografie accessoires, zoals lampen, flitsers en triggers, statieven etc. De Europese consumenten kunnen hier de komende tijd flink hun voordeel mee doen.
Maar goed, naast het verkrijgen van een algemene indruk van de trends , was mijn aandacht deze dag gericht op de nieuwe prosumer camera’s en lenzen van de gerenommeerde merken.
Als je in dit segment op zoek bent naar apparatuur, moet je van te voren weten voor welk doel je het aanschaft. Camera’s worden tegenwoordig niet meer voor all-round gebruik gemaakt, maar zijn gericht op een gebruiksdoel. Dat was al langer zo in het high-end segment, maar deze trend heeft zich dus doorgezet. Prosumers hebben tegenwoordig de keuze uit reflexcamera’s met of zonder spiegel en met of zonder verwisselbare lenzen. De grote, beeldbepalende, merken zijn op twee handen te tellen: na koplopers Canon en Nikon volgen (in willekeurige volgorde): Fuji, Panasonic, Olympus, Sony en Samsung. Aangevuld met enkele grote lensfabrikanten die zich hebben gespecialiseerd in objectieven voor deze merken, met name: Sigma en Tamron. Sigma heeft overigens ook een eigen cameralijn.
Ik bekeek de volgende noviteiten en voelde ze aan de tand, met als toepassingsdoel sport en actiefotografie bij weinig licht.
Camera’s: Nikon D810, Nikon D750, Canon 7D II, Sony alpha 77, 99, 7R en 7S en de al wat oudere Olympus OM-D E-M1 en Fuji-XT-1.
Objectieven: Tamron , Sigma 150-600 mm F5-6.3 DG OS HSM (Sport), Olympus .
De Nikon D810 is een prachtige Full Frame camera met groot dynamisch bereik en hoge lichtgevoeligheid, speciaal voor fotografen van portretten , landschappen en niet of relatief traag bewegende objecten. De Full Frame Nikon D750 is gepositioneerd als actiecamera. Klein voor een spiegelreflex, met uitstekende ergonomie en bedieningsgemak, snelle autofocus en zeer goede beeldkwaliteit, ook bij hoge ISO-waarden. Helaas is de opnamesnelheid met 6,5 bps (beelden per seconde), suboptimaal voor snelle sporten. Ik vond de sluiter, ondanks de speciale demping, niet bepaald stil, iets dat bij concertfotografie een nadeel is. De Canon 7DII is een imposant grote spiegelreflexcamera met APS-C sensor. Met 10 bps en 1,6 vergrotingsfactor ten opzichte van Full Frame is het een perfecte sportcamera voor langs de lijn. Wat mij echter niet beviel is het ontbreken van een snelle selectieknop voor het overschakelen tussen S, Cl en CH (enkel beeld – langzame sequentie en hoge burstrate). In de praktijk wil je namelijk niet constant op hoge snelheid schieten. Je moet dan eerst terug naar het menu om deze instelling te wijzigen. Naar verluidt laat de signaal/ ruis verhouding bij weinig licht (hoge ISO waarden) te wensen over. Iets dat inherent is aan de pixel grootte van de sensor. Ik heb dat niet zelf uitgeprobeerd maar zie de vergelijkingstesten van DxO hiervan graag tegemoet.
De full frame camera’s van Sony, de meest recente alpha 77 II (€1000) en de oudere alpha 99 (€ 2000)zijn evenzeer grote bonken. Sony onderscheidt zich bij deze twee camera’s met de lichtdoorlatende vaste spiegel. Dit concept dient om zeer snelle focus tracking mogelijk te maken maar heeft als nadeel dat er licht verloren gaat. De alpha 7 serie bestaat uit klein formaat spiegelloze camera’s, die slechts 400 gram wegen, met full frame sensoren. De 7R heeft een 24 MP sensor; de nieuwste telg, de 7S is bedoeld voor extreem lage licht condities (Maximum ISO: 409600). Deze heeft een 12 Mp sensor en een burst rate van slechts 5bps. Het prijskaartje is net als de hoge ISO prestaties fenomenaal: € 2400. Mijn probleem met Sony is dat ze zo veel innoveren dat de klant veel minder continuïteit en lens-compatibiliteit geboden wordt door de eerder genoemde Big Two.
In dit segment zijn de kleine spiegelloze camera’s sterk in opmars. De stand van Fuji mocht zich verheugen in geweldige belangstelling. Niet in het minst omdat de belangstellenden op de stand een BMW i 8 met twee lieftallige pitspoezen konden vereeuwigen. Ik was zeer benieuwd naar de XT-1, die o.a. door sportfotograaf Daniel H. Bailey de hemel in is geprezen. En terecht, als je zijn foto’s ziet. De beeldkwaliteit is fenomenaal, iets dat door vergelijkbare fotografen regelmatig is bevestigd. Toen ik hem eenmaal in handen had vielen de onnatuurlijk schreeuwende kleuren op de display (iets waar Amerikanen verzot op lijken te zijn) en de relatief lange donker periode tussen twee opnamen, ten gevolge van de elektronische zoeker, me zo tegen dat ik mijn belangstelling voor dit 435 gram wegende wonder met APS-C sensor, direct verloor. Op naar Olympus. Deze lieveling van de kapitaalkrachtige senioren heeft samen met Panasonic het micro vier-derde systeem ontwikkeld, waarvoor inmiddels een groot arsenaal aan interessante objectieven bestaat, ook van derde partijen. De verwachting is dat de “systeemcamera” een blijvertje is en dat veel spiegelreflexklanten, inclusief professionals, de overstap zullen gaan maken, naar dit veelzijdige en vederlichte materiaal. De beeldkwaliteit is uitmuntend. De prijs voor de spulletjes is echter nu nog fors te noemen. Ik ben zeer gecharmeerd van de Olympus OM-D 1 E-M1, zeker nu er naast de M. Zuiko Digital ED 12-40 mm f2.9, de 75 mm f 1.8 (portret)lens, een 40– 150 mm f 2.8 telezoom met teleconverter is uitgekomen. Met 10 bps is het een echte actiecamera. Echter, de ruis bij hoge ISO waarden is nog te hoog naar mijn smaak. Ik ben benieuwd naar de opvolger van dit bijna twee jaar oude model.
Qua objectieven was ik zeer benieuwd naar de Tamron SP 15-30mm f/2.8 DI VC USD groothoeklens . Ik schrok echter van het reuze-formaat , het gewicht van 1,1 kg en de bolle lens is ook niet praktisch. De prijs is nog niet bekend, dit zou nog een factor kunnen zijn die de aantrekkelijkheid zou kunnen verhogen. Ik houd het maar op de oude vertrouwde Nikon 17-35 mm f2.8.
De Sigma balie was net als die van Tamron zeer druk bezocht. Beide firma’s staan bekend om hun lenzen met goede prijs/kwaliteit verhouding. Ik schroefde er de 8 mm 3.5 EX DG circulaire fisheye, 15 mm F 2.8 EX DG diagonale fisheye , 12-24 mm f4.5-5.6 II DG HSM groothoeklenzen en de APO 50 - 500 mm F 4.5-6.3 DG OS HSM telezoom op mijn Nikon FF camera. Op de beeldkwaliteit van de extreme groothoeklenzen kon ik zo snel niets aan te merken vinden. Met prijskaartjes van circa € 1000 zijn dit aantrekkelijke lenzen als je er een toepassing voor hebt. Voor mij zijn dat landschappen en auto’s.
De beeldkwaliteit van de geteste Sigma telezoom was in het korte eind goed, maar aan het lange eind nogal zacht. Opgemerkt zij het dat uit de hand schieten met deze telezoom op 500 mm, ondanks de optische stabilisatie, niet altijd de gewenste scherpte oplevert. De focussnelheid was, bij deze traag bewegende subjecten goed. Voor de prijs waarvoor deze “Bigma” in Nederland tegenwoordig over de toonbank gaat (€1300 bij een adviesprijs van €2099) is dit, met een tienvoudige vergrotingsfactor, een zeer aantrekkelijke lens voor fotografie van wildlife en bepaalde sporten. Je hebt wel veel licht nodig en geen al te hoge subjectsnelheden en gebruik van een monopod of tripod is wel aan te raden. Een echt zomerlensje dus. Ik was echter vooral benieuwd naar de nieuwe sportlens, de Sigma 150-600 mm F5-6.3 DG OS HSM S(port). Helaas was deze alleen achter glas te bewonderen (zie foto’s) evenals zijn slanker broertje, de 150-600 mm F5-6.3 DG OS HSM die meer op kwaliteit is gericht. Helaas valt er met de sportversie, gezien het aanzienlijke gewicht van 2,8 kg, voor mij niet uit de hand te schieten. Het prijskaartje van deze twee lenzen is nog niet bepaald en kan dus nog meevallen. Dit is wel een lens om in de gaten te houden.
Ik woonde op deze stand een presentatie bij van de kleine Sigma DP-2 Quattro digitale camera. Door de speciale aps-c formaat Foveon sensor maakt deze fenomenale beelden, wat werd gedemonstreerd aan een portretfoto shoot in een studio setting. De langwerpige camera heeft een boeiend concept: deze is geheel geoptimaliseerd rond een sensor met drie lagen, die elk de intensiteit van één kleur (RGB) licht meten. Helaas is een vaste 30 mm lens die geoptimaliseerd is voor rond de 100 ISO, ondanks de 5 bps, voor mijn smaak te beperkt; zeker voorde €1000 die deze compact camera moet kosten.
Als ik al mijn voorkeuren, als actiefotograaf, op een rijtje zet kom ik uit op een droomcamera met de prestaties van een Nikon D4s in de body van een Olympus OM-D 1 E-M1, voorzien van een nieuw uit te brengen lange telezoom met dezelfde optische scherpte als de 300 mm f2.8, in de body van een Olympus Zuiko micro 4/3 lens, voor de prijs van, pakweg, een Nikon 300 mm f4.0 AF-S: klein, snel, betaalbaar, perfecte beeldkwaliteit. Momenteel is dat technisch noch economisch haalbaar. Maar ik zou graag over tien jaar terug willen kijken hoever we hierin zijn gevorderd. Ik heb de fotowereld zich in vijftig jaar tijd revolutionair zien ontwikkelen en houdt niets voor onmogelijk. ( Behalve standaardisering van vattingen en aansluitingselectronica, tussen merken, helaas.) Voorlopig denk ik dat Nikon met de jongste telg, de D750, aan 80% van de wensen voor een camera tegemoet komt en dat is best veel. Nu de droom-telezoom nog, of toch de spaarpot maar legen voor één van de fantastische Nikon primes.
Mijn conclusie na een dagje Photokina is dat dit vooral een beurs is voor de vakhandel, om contacten te leggen. Als bezoeker kun je er een goede inruk krijgen van de breedte van de assortimenten. Als je als fotograaf je vakliteratuur volgt is er echter weinig om je over te verbazen. Het is gewoon een heel leuk evenement waarbij een goed evenwicht is gecreëerd tussen de componenten zakelijk/ artistiek en kennis/ vermaak. Voor de meeste Nederlandse fotografen die in fotoprodukten zijn geïnteresseerd zal de Nederlandse beurs Professional Imaging eigenlijk zinvoller zijn. Want die beperkt zich tot de Nederlandse markt en is , in tegenstelling tot de prijzige Photokina, nog gratis ook.
Read MoreDit jaar was het hoofdthema: “actie sport”. Maar liefst één halve hal plus een buitenplaats waren gewijd aan “action cams”: mini- videocamera’s voor sporters. Deze konden door de liefhebbers in actie-omstandigheden worden uitgeprobeerd. Je kent het wel: kite surfen of skiën met een camera op je hoofd of borst, als dan niet op jezelf gericht. In de auto racesport zie je tegenwoordig ook steeds meer cameraatjes op de auto’s geplakt. Wie alleen het merk Go Pro Hero kent mist een wereld aan concurrerende merken. Ook Sony bijvoorbeeld heeft zich met diverse modellen op deze markt gestort, met een soort sigaar-model dat nogal afwijkt van de bekende vierkante kastjes in een doorzichtige waterdichte behuizing.
Maar ook de reguliere foto camera’s worden steeds meer geschikt gemaakt voor het vastleggen van actie. Waarbij het niet zozeer gaat om het dragen van een camera door de beoefenaar van de activiteit maar wel om het de fotograaf mogelijk te maken om de actie van sporters goed vast te leggen. Dat betekent: handzamere camera’s met bedieningsgemak en snelle autofocus en d e mogelijkheid om grote aantallen beelden per seconden op te nemen en snel weg te schrijven naar de geheugenkaart. Fotocamera’s zijn tegenwoordig bijna standaard voorzien van video mogelijkheden.
Ook de studioverlichtingsbranche is daarop ingespeeld. Dit jaar zien we dat vrijwel alle fabrikanten LED verlichting in hun assortiment hebben opgenomen. Deze minder intense en daardoor veel goedkoper lichtbronnen zijn geschikt voor video, niet voor foto studio’s.
Op zo’n enorme beurs moet je keuzes maken wat je wilt gaan zien. Zo kun je dagen vullen met bijvoorbeeld alleen studioverlichting, accessoires of statieven. Of het bekijken van alle prachtige foto kunst die tentoongesteld is. En ik overdrijf niet als ik schat dat je met elk van de volgende onderwerpen één dag zou kunnen vullen: opnamerobots, flitsers, printers of fotoboeken.
Ook leuk: één hal vol met Chineze standhouders, zelfs een Koreaanse, die dealers zoeken voor hun steeds geavanceerdere kopieën van fotografie accessoires, zoals lampen, flitsers en triggers, statieven etc. De Europese consumenten kunnen hier de komende tijd flink hun voordeel mee doen.
Maar goed, naast het verkrijgen van een algemene indruk van de trends , was mijn aandacht deze dag gericht op de nieuwe prosumer camera’s en lenzen van de gerenommeerde merken.
Als je in dit segment op zoek bent naar apparatuur, moet je van te voren weten voor welk doel je het aanschaft. Camera’s worden tegenwoordig niet meer voor all-round gebruik gemaakt, maar zijn gericht op een gebruiksdoel. Dat was al langer zo in het high-end segment, maar deze trend heeft zich dus doorgezet. Prosumers hebben tegenwoordig de keuze uit reflexcamera’s met of zonder spiegel en met of zonder verwisselbare lenzen. De grote, beeldbepalende, merken zijn op twee handen te tellen: na koplopers Canon en Nikon volgen (in willekeurige volgorde): Fuji, Panasonic, Olympus, Sony en Samsung. Aangevuld met enkele grote lensfabrikanten die zich hebben gespecialiseerd in objectieven voor deze merken, met name: Sigma en Tamron. Sigma heeft overigens ook een eigen cameralijn.
Ik bekeek de volgende noviteiten en voelde ze aan de tand, met als toepassingsdoel sport en actiefotografie bij weinig licht.
Camera’s: Nikon D810, Nikon D750, Canon 7D II, Sony alpha 77, 99, 7R en 7S en de al wat oudere Olympus OM-D E-M1 en Fuji-XT-1.
Objectieven: Tamron , Sigma 150-600 mm F5-6.3 DG OS HSM (Sport), Olympus .
De Nikon D810 is een prachtige Full Frame camera met groot dynamisch bereik en hoge lichtgevoeligheid, speciaal voor fotografen van portretten , landschappen en niet of relatief traag bewegende objecten. De Full Frame Nikon D750 is gepositioneerd als actiecamera. Klein voor een spiegelreflex, met uitstekende ergonomie en bedieningsgemak, snelle autofocus en zeer goede beeldkwaliteit, ook bij hoge ISO-waarden. Helaas is de opnamesnelheid met 6,5 bps (beelden per seconde), suboptimaal voor snelle sporten. Ik vond de sluiter, ondanks de speciale demping, niet bepaald stil, iets dat bij concertfotografie een nadeel is. De Canon 7DII is een imposant grote spiegelreflexcamera met APS-C sensor. Met 10 bps en 1,6 vergrotingsfactor ten opzichte van Full Frame is het een perfecte sportcamera voor langs de lijn. Wat mij echter niet beviel is het ontbreken van een snelle selectieknop voor het overschakelen tussen S, Cl en CH (enkel beeld – langzame sequentie en hoge burstrate). In de praktijk wil je namelijk niet constant op hoge snelheid schieten. Je moet dan eerst terug naar het menu om deze instelling te wijzigen. Naar verluidt laat de signaal/ ruis verhouding bij weinig licht (hoge ISO waarden) te wensen over. Iets dat inherent is aan de pixel grootte van de sensor. Ik heb dat niet zelf uitgeprobeerd maar zie de vergelijkingstesten van DxO hiervan graag tegemoet.
De full frame camera’s van Sony, de meest recente alpha 77 II (€1000) en de oudere alpha 99 (€ 2000)zijn evenzeer grote bonken. Sony onderscheidt zich bij deze twee camera’s met de lichtdoorlatende vaste spiegel. Dit concept dient om zeer snelle focus tracking mogelijk te maken maar heeft als nadeel dat er licht verloren gaat. De alpha 7 serie bestaat uit klein formaat spiegelloze camera’s, die slechts 400 gram wegen, met full frame sensoren. De 7R heeft een 24 MP sensor; de nieuwste telg, de 7S is bedoeld voor extreem lage licht condities (Maximum ISO: 409600). Deze heeft een 12 Mp sensor en een burst rate van slechts 5bps. Het prijskaartje is net als de hoge ISO prestaties fenomenaal: € 2400. Mijn probleem met Sony is dat ze zo veel innoveren dat de klant veel minder continuïteit en lens-compatibiliteit geboden wordt door de eerder genoemde Big Two.
In dit segment zijn de kleine spiegelloze camera’s sterk in opmars. De stand van Fuji mocht zich verheugen in geweldige belangstelling. Niet in het minst omdat de belangstellenden op de stand een BMW i 8 met twee lieftallige pitspoezen konden vereeuwigen. Ik was zeer benieuwd naar de XT-1, die o.a. door sportfotograaf Daniel H. Bailey de hemel in is geprezen. En terecht, als je zijn foto’s ziet. De beeldkwaliteit is fenomenaal, iets dat door vergelijkbare fotografen regelmatig is bevestigd. Toen ik hem eenmaal in handen had vielen de onnatuurlijk schreeuwende kleuren op de display (iets waar Amerikanen verzot op lijken te zijn) en de relatief lange donker periode tussen twee opnamen, ten gevolge van de elektronische zoeker, me zo tegen dat ik mijn belangstelling voor dit 435 gram wegende wonder met APS-C sensor, direct verloor. Op naar Olympus. Deze lieveling van de kapitaalkrachtige senioren heeft samen met Panasonic het micro vier-derde systeem ontwikkeld, waarvoor inmiddels een groot arsenaal aan interessante objectieven bestaat, ook van derde partijen. De verwachting is dat de “systeemcamera” een blijvertje is en dat veel spiegelreflexklanten, inclusief professionals, de overstap zullen gaan maken, naar dit veelzijdige en vederlichte materiaal. De beeldkwaliteit is uitmuntend. De prijs voor de spulletjes is echter nu nog fors te noemen. Ik ben zeer gecharmeerd van de Olympus OM-D 1 E-M1, zeker nu er naast de M. Zuiko Digital ED 12-40 mm f2.9, de 75 mm f 1.8 (portret)lens, een 40– 150 mm f 2.8 telezoom met teleconverter is uitgekomen. Met 10 bps is het een echte actiecamera. Echter, de ruis bij hoge ISO waarden is nog te hoog naar mijn smaak. Ik ben benieuwd naar de opvolger van dit bijna twee jaar oude model.
Qua objectieven was ik zeer benieuwd naar de Tamron SP 15-30mm f/2.8 DI VC USD groothoeklens . Ik schrok echter van het reuze-formaat , het gewicht van 1,1 kg en de bolle lens is ook niet praktisch. De prijs is nog niet bekend, dit zou nog een factor kunnen zijn die de aantrekkelijkheid zou kunnen verhogen. Ik houd het maar op de oude vertrouwde Nikon 17-35 mm f2.8.
De Sigma balie was net als die van Tamron zeer druk bezocht. Beide firma’s staan bekend om hun lenzen met goede prijs/kwaliteit verhouding. Ik schroefde er de 8 mm 3.5 EX DG circulaire fisheye, 15 mm F 2.8 EX DG diagonale fisheye , 12-24 mm f4.5-5.6 II DG HSM groothoeklenzen en de APO 50 - 500 mm F 4.5-6.3 DG OS HSM telezoom op mijn Nikon FF camera. Op de beeldkwaliteit van de extreme groothoeklenzen kon ik zo snel niets aan te merken vinden. Met prijskaartjes van circa € 1000 zijn dit aantrekkelijke lenzen als je er een toepassing voor hebt. Voor mij zijn dat landschappen en auto’s.
De beeldkwaliteit van de geteste Sigma telezoom was in het korte eind goed, maar aan het lange eind nogal zacht. Opgemerkt zij het dat uit de hand schieten met deze telezoom op 500 mm, ondanks de optische stabilisatie, niet altijd de gewenste scherpte oplevert. De focussnelheid was, bij deze traag bewegende subjecten goed. Voor de prijs waarvoor deze “Bigma” in Nederland tegenwoordig over de toonbank gaat (€1300 bij een adviesprijs van €2099) is dit, met een tienvoudige vergrotingsfactor, een zeer aantrekkelijke lens voor fotografie van wildlife en bepaalde sporten. Je hebt wel veel licht nodig en geen al te hoge subjectsnelheden en gebruik van een monopod of tripod is wel aan te raden. Een echt zomerlensje dus. Ik was echter vooral benieuwd naar de nieuwe sportlens, de Sigma 150-600 mm F5-6.3 DG OS HSM S(port). Helaas was deze alleen achter glas te bewonderen (zie foto’s) evenals zijn slanker broertje, de 150-600 mm F5-6.3 DG OS HSM die meer op kwaliteit is gericht. Helaas valt er met de sportversie, gezien het aanzienlijke gewicht van 2,8 kg, voor mij niet uit de hand te schieten. Het prijskaartje van deze twee lenzen is nog niet bepaald en kan dus nog meevallen. Dit is wel een lens om in de gaten te houden.
Ik woonde op deze stand een presentatie bij van de kleine Sigma DP-2 Quattro digitale camera. Door de speciale aps-c formaat Foveon sensor maakt deze fenomenale beelden, wat werd gedemonstreerd aan een portretfoto shoot in een studio setting. De langwerpige camera heeft een boeiend concept: deze is geheel geoptimaliseerd rond een sensor met drie lagen, die elk de intensiteit van één kleur (RGB) licht meten. Helaas is een vaste 30 mm lens die geoptimaliseerd is voor rond de 100 ISO, ondanks de 5 bps, voor mijn smaak te beperkt; zeker voorde €1000 die deze compact camera moet kosten.
Als ik al mijn voorkeuren, als actiefotograaf, op een rijtje zet kom ik uit op een droomcamera met de prestaties van een Nikon D4s in de body van een Olympus OM-D 1 E-M1, voorzien van een nieuw uit te brengen lange telezoom met dezelfde optische scherpte als de 300 mm f2.8, in de body van een Olympus Zuiko micro 4/3 lens, voor de prijs van, pakweg, een Nikon 300 mm f4.0 AF-S: klein, snel, betaalbaar, perfecte beeldkwaliteit. Momenteel is dat technisch noch economisch haalbaar. Maar ik zou graag over tien jaar terug willen kijken hoever we hierin zijn gevorderd. Ik heb de fotowereld zich in vijftig jaar tijd revolutionair zien ontwikkelen en houdt niets voor onmogelijk. ( Behalve standaardisering van vattingen en aansluitingselectronica, tussen merken, helaas.) Voorlopig denk ik dat Nikon met de jongste telg, de D750, aan 80% van de wensen voor een camera tegemoet komt en dat is best veel. Nu de droom-telezoom nog, of toch de spaarpot maar legen voor één van de fantastische Nikon primes.
Mijn conclusie na een dagje Photokina is dat dit vooral een beurs is voor de vakhandel, om contacten te leggen. Als bezoeker kun je er een goede inruk krijgen van de breedte van de assortimenten. Als je als fotograaf je vakliteratuur volgt is er echter weinig om je over te verbazen. Het is gewoon een heel leuk evenement waarbij een goed evenwicht is gecreëerd tussen de componenten zakelijk/ artistiek en kennis/ vermaak. Voor de meeste Nederlandse fotografen die in fotoprodukten zijn geïnteresseerd zal de Nederlandse beurs Professional Imaging eigenlijk zinvoller zijn. Want die beperkt zich tot de Nederlandse markt en is , in tegenstelling tot de prijzige Photokina, nog gratis ook.
No photos
Tap the button in the lower right to upload photos.